Hospice HouseMartin

Logica versus verbeelding

Logica brengt je van A naar B, verbeelding brengt je overal

Mooie stelling. Daar kan ik wel wat mee. Het past bij mijn laatste ervaringen.

Eind 2017 had ik al enkele keren een oproep van Lijn1 voorbij zien komen. Toch had de in vette rode letters geschreven slogan ‘We dagen je uit!’ mij in eerste instantie niet in beweging gebracht. Wellicht kwam dat omdat een van de voorwaarden voor deelname was, je idee ‘scherp, kort en krachtig’ te verwoorden. Als ik over Housemartin mag vertellen, ben ik meestal niet te stuiten. Hoe het ook zij, ik liet mij toch activeren en vlak voor de sluitingsdatum liet ik Housemartin de wijde wereld in ‘vliegen’.

Had u wel eens gehoord over Lijn1? Ik niet maar dat komt waarschijnlijk omdat ik niet in de zorg werk. Lijn1 slaat bruggen tussen eerste-lijn zorg en andere professionals en bewoners in de wijk. Zo ontstaan nieuwe ziens- en werkwijzen, gericht op een gezonde wijk met gezonde burgers.

Sinds 2017 verzorgt Lijn1 een leergang waarin innovatie in de zorg centraal staat. Het is een dynamisch en interactief programma met als doel kennis, kennismaking en ruimte voor nieuwe initiatieven in de zorg aan elkaar te koppelen. Een plek waar ‘out of the box’ denken gewaardeerd wordt. Vruchtbare grond voor mij, ik voel mij in mijn element.

Ik gaf op 15 februari, tijdens de aftrap van het Innovatieprogramma 2018 van de Nieuwe Lijn, mijn eerste elevator pitch. Mijn gehoor was een groep van 20 zorgprofessionals, die net als ik aan een innovatief idee in de zorg werken. De introductie was succesvol, project Housemartin werd toegelaten tot de leergang voor zorgtransformatie van Lijn 1. Geweldig dat ik het komende jaar hier deel van mag uitmaken.

Eenmaal per maand komt de groep bij elkaar. Huiswerk krijgen we mee van de inspirerende inleider Kees Klomp. Bepaal de waarde van je idee. De waarde? Moet ik het nu over geld hebben? Dan haak ik af, schoot het door mij heen. Gelukkig loopt het niet zo’n vaart. De gedachte achter de waarde-bepaling van je idee is dat je enthousiasmerend onder woorden kan brengen wat de intrinsieke waarde is van je vernieuwing. Dat je in staat bent om ook bij je luisteraar een positief pioniersgevoel op te wekken. Kijk, daar heb je iets aan.

Ander pluspunt van deze leergang is dat je gebruik kan maken van het kantoor en de voorzieningen aldaar van Lijn1. Ook het feit dat de adviseurs tijd voor je maken om obstakels in je denken te helpen ombuigen tot uitdagingen, is een steun in de rug. Zo had ik afgelopen week een uitgebreid gesprek met Joshua van Rooij en Bibi Prummel. Hun support en zienswijze helpen het project vooruit!

(Lijn1 ‘werkt samen aan een gezonde wijken’. Voor meer info verwijs ik graag naar http://www.lijn1haaglanden.nl/)

Q & A

De wedervraag

De wedervraag: '...en jij, waar wil jij sterven?

Als men mij vraagt waar ik mijn laatste adem wil uitblazen dan is mijn antwoord altijd ‘thuis’. Sinds kort vraag ik mij echter af hoe reëel deze wens is. Mijn kinderen wonen een eind weg (Antwerpen, Groningen, Rotterdam). Rotterdam is natuurlijk niet zo ver van Den Haag dus misschien wel te doen. Maar hoe vaak kan men die afstand overbruggen zonder in de file te staan? Bovendien zijn de ouders van mijn kleinzoons druk met hun werk en dat naast de dagelijkse hectiek van de opvoeding van de jongens. Het is niet realistisch om van hen te verwachten dat zij mijn mantelzorgers worden. De veronderstelling dat mijn oudste uit Groningen of mijn jongste die in Antwerpen woont, mij komen verzorgen, is ronduit belachelijk. En de buren dan? Immers de huidige participatiemaatschappij verwacht veel van de buren. Op z’n tijd een praatje maken is prima. Maar verwachten dat ze mij komen verzorgen in mijn ziekbed? Sorry, daar moet ik echt niet aan denken.

Mijn echtgenoot dan? Vandaag kan hij dat wel, hij is nog jong van lijf en leden maar hoe zit dat over tien, twintig jaar? Dan maar zorg inhuren? Dat is een denkbaar alternatief maar hoeveel gaat dat kosten en hoe lang kunnen wij die financiële last dragen? Kortom, mijn laatste adem uitblazen in een hospice, is sinds kort ook voor mij een reëel alternatief.

Recent kwam deze mogelijkheid niet eens bij mij op. Het was na een eerste interview met een Turkse dame (74 jaar oud) dat deze realiteit mij onder ogen kwam. Het was een taboedoorbrekend gesprek. Nadat ik haar zorgwensen voor haar laatste levensdagen bespreekbaar had gemaakt, stelde zij mij de wedervraag: ‘en waar wil jij sterven?’

Deze vrouw bleek duidelijk al nagedacht te hebben over haar laatste zorgwensen. Tegen al haar tradities in, wilde ze in een ‘verzorgingshotel’ sterven. Ze wilde niemand tot last zijn, vooral niet haar kinderen. Alle respect voor de realiteitszin van deze liefdevolle moeder. Tot het laatst toe het welbevinden van haar kinderen in het vizier houdend.

De term ‘verzorgingshotel’ intrigeerde mij. Bedoelde ze nu een verzorgingstehuis, een respijthotel of een bijna-thuis-huis c.q. hospice. Een respijthotel is bedoeld voor mensen die kortstondige zorg nodig hebben na een ziekenhuisbehandeling of om de mantelzorg even te ontzien. Van het bestaan van een bijna-thuisvoorziening had ze nog nooit gehoord. Toch had bij nader inzien haar verzorgingshotel de meeste overeenkomsten met het concept van deze voorziening.

Het verbaast me niet dat ze deze voorziening niet kende. De terminologie rondom het stervensproces vraagt sowieso om een woordenboek. Want wat is het verschil tussen palliatieve zorg en terminale zorg? Staat palliatieve sedatie gelijk aan euthanasie? En bespoedigt het toedienen van morfine de dood? En is het waar dat morfine, een middel dat vaak bij palliatieve sedatie wordt toegediend, de helderheid van geest wegneemt? Voor met name een belijdend moslim is het antwoord uiterst belangrijk. Immers bij volle bewustzijn voor de Eeuwige verschijnen is voor hem/haar essentieel. De angst voor bijwerkingen van morfine is dan ook te begrijpen. Een andere angst is dat toediening van morfine ervoor zorgt dat de dood sneller intreed en dat is helemaal taboe. Voordat ik met dit onderzoek begon, ging ik ook van verkeerde veronderstellingen uit. Ik vraag me af hoeveel inwoners van Nederland ook onbekend zijn met de finesses van bovenstaande woorden.

In het kader van een promotie onderzoek en in samenwerking met Pharos (http://www.pharos.nl) is er een gesprekshandleiding opgesteld om de wensen in de laatste levensfase bespreekbaar te maken. Die vragenlijst zal het uitgangspunt zijn om met mensen uit de eerste en tweede generatie migranten te inventariseren welke zorg in hun laatste levensfase gewenst is. Ik hoop deze gesprekken zowel met mannen als vrouwen te kunnen houden. Ik ben benieuwd of de antwoorden sterk van elkaar afwijken. Ik zal niet schromen om Nederlanders die al vele generaties in Nederland wonen ook te bevragen over dit onderwerp.

Q & A

Schilderswijk: here we come!

Schilderswijk: here we come!

Ja maar…. ‘Sterven doen ze thuis, verzorgd door de familie’ of ‘Ze vertrekken naar het thuisland voor hun laatste dagen’.  En ja, 15% vertrekt naar het thuisland (bron: CBS); blijft er nog altijd 85% over. Kortom, fraai staaltje van voor een ander denken. En toch, mijn plan voor het oprichten van een bijna thuis-huis, een hospice in een krachtwijk, gaat ook uit van een aanname,  maar dan de mijne en dat voelt toch anders.

 

Tijdens mijn werk in de Schilderswijk maakte ik de afgelopen jaren kennis met veel mooie mensen uit alle windstreken. Sommigen van hen waren niet alleen zonder huis en haard maar soms ook zonder een BSN-nummer en dus niet verzekerd. Vaak schrijnend eenzaam. Hoe moet dat nou, zo vroeg ik me vaak af, als deze mensen stervende zijn? Doen ze dat op de bank van een kennis, in weer en wind op straat of maken ze er liever zelf een eind aan om de lijdensweg te verkorten? Ach ja, maar natuurlijk, sterven doe je in een bijna thuis-huis als je geen eigen bed hebt! Maar is dat wel altijd mogelijk?

Enig googlen leerde me dat de meeste bewoners van Haagse bijna thuis-huizen van westerse afkomst zijn. Waar sterven de anderen dan wanneer ze zo ver van het thuisland zijn? Dat ga ik uitzoeken. Aangezien ik in maart 2017 mijn leven een andere wending gaf, ik stopte met werken, heb ik tijd genoeg om een noodzakelijkheidsonderzoek voor een dergelijke voorziening uit te voeren.

Is er behoefte aan een multicultureel en interreligieus bijna thuis-huis in een krachtwijk, een vredig oord waar cultuur-sensitieve zorg wordt gegeven door vrijwilligers, bijgestaan door een klein aantal betaalde professionals? Een rustige plek waar zoveel als mogelijk rekening gehouden wordt met cultureel en religieus gebonden stervensrituelen? Waar aanvoerders van verschillende religieuze stromingen uitgenodigd worden om actief te participeren in de religieuze rituelen rond het sterven?

‘Housemartin’ zo moet het huis gaan heten, het huis waarvan de deuren wijd open staan voor zowel Hagenaren als Hagenezen. Met nadruk echter staat het bedje gespreid voor de uiterst kwetsbare groep van bed, bad & brood’-kandidaten en andere ‘reguliere’ dak- en thuislozen, al dan niet gedocumenteerd of verzekerd. Ook respijtzorg moet voor deze schrijnende groep mogelijk zijn.

Vanuit demografisch oogpunt alleen al komen er in de naaste toekomst voldoende potentiële bewoners voor een multiculturele hospice-voorziening, vraag is alleen of er voldoende belangstelling voor bestaat.

Vijf maanden en talrijke inspirerende gesprekken later, gloort er licht aan de einder. Lichtende sterren zijn het onderzoek van het Jonker Verweij: zij brengen de zorg in de breedste zin van het woord voor bovengenoemde kwetsbaren in beeld. Studenten van Hogeschool Emmen: zij gaan aan de slag met het samenstellen van een businessplan. Mijn hart maakte een luchtsprongetje toen de directeur van een thuiszorgorganisatie in de Schilderswijk haar intentie uitsprak om te gaan samenwerken.  Tenslotte zocht een huisarts uit de Schilderwijk contact: ook zij voelt de noodzaak van een bijna thuis-huis in de wijk.

Er zal nog veel water door de zee moeten stromen voordat het Babylonisch bijna thuis-huis ‘Housemartin’ haar deuren opent. Daar waar de culturele diversiteit van de werknemers – zowel de vrijwilligers als de enkele professionele kracht – een afspiegeling zal zijn van de culturele diversiteit van de wijk en dus van de te verwachten bewoners van het huis. Terminale zorg in de taal en de cultuur van het thuisland. Wordt vervolgd. 

Q & A

Eindhalte ziekenhuis?

Eindhalte ziekenhuis?

Overige informatie

HouseMartin zal worden gerund door een kleine kern van betaald personeel bijgestaan door een groot aantal vrijwilligers. Indien vereist voor de verzorging van de bezoeker wordt er ambulante, professionele medische zorg ingekocht. Voor de startkosten en de exploitatie wordt er een beroep gedaan op zowel individuen als fondsen. Het streven is om ook geld in te zamelen door het organiseren van liefdadigheids-activiteiten. Bijkomend positief effect van dergelijke fondsenwerving is het verhogen van de bewustwording van het moeilijke leven dat de doelgroep leidt. Stichting HouseMartin staat in de Kamer van Koophandel geregistreerd onder het nummer 74476939.