... goed volgen...

‘Goedemorgen…’ Vandaag was een Moeilijke Dag,’ zei Pooh. Er was een pauze. ‘Wil je erover praten?’ vroeg Knorretje. ‘Nee,’ zie Pooh na een tijdje. ‘Nee, ik denk niet dat ik dat wil.’ ‘Dat is oké,’ zei Knorretje, en hij ging naast zijn vriend zitten. ‘Wat doe je nu?,’ vroeg Pooh. ‘Niets eigenlijk,’ zei Knorretje. ‘Maar ik weet wat Moeilijke Dagen zijn. En ik wil daar meestal ook niet over praten, op zo’n Moeilijke Dag. ‘Maar weet je,’ vervolgde Knorretje, ‘Moeilijke Dagen zijn zoveel makkelijker wanneer je weet dat er iemand voor je is. En ik zal er altijd zijn voor jou, Pooh’. En Pooh zat daar zomaar wat te zitten, zijn heel Moeilijke Dag door zijn hoofd te malen, terwijl stevige, betrouwbare Knorretje zwijgend naast hem zat, te bengelen met zijn korte beentjes…. En Pooh bedacht dat zijn beste vriend overschot van gelijk had.
A.A. Milne:
fragment uit Winnie de Pooh

Zodra iemand mij deelgenoot maakt van een probleem beginnen mijn hersenen op volle toeren te draaien. In mijn hoofd passeren alle mogelijkheden om te helpen de revue. Al meerdere malen is mij verteld dat het niet de bedoeling is om te helpen door problemen op te lossen. Sterker nog, niemand verwacht dat – ook de persoon niet met het probleem. Het enige wat ik moet  doen, is aandachtig luisteren. Moeilijk vind ik dat! Totdat ik bovenstaande tekst uit “Winnie de Pooh” tegenkwam. Zo duidelijk wordt daar verwoord hoe weinig je eigenlijk moet doen (en toch zoveel!), om te helpen.

De laatste keer bij het Straatpastoraat zat ik vol verwachting – ik had mij voorgenomen om Knorretjes voorbeeld te volgen – maar ook toch weer wat gespannen naast een bezoeker. Samen zaten we in de kerkbanken in de kapel tijdens de wekelijkse dienst. Ik had de persoon nog nooit ontmoet dus ik stelde mijzelf voor. Hij bleek een verrassende Bijbelse naam te hebben. Eerst zaten we zwijgend naast elkaar te luisteren naar de pastor. Tot mijn grote verbazing ebde de spanning uit mij weg. Immers ik had geleerd dat er niet meer van mij verwacht werd dan ‘aanwezig’ te zijn. Net zoals Knorretje in het Winnie de Pooh verhaal. Het was een ware openbaring om te voelen dat het echt ruimte en lucht geeft om niet perse iets te hoeven.

Tijdens de dienst is er altijd een moment waarop een praatje gemaakt kan worden. De originele naam van mijn buurman bleek een goede aanleiding voor verder contact. Ik vertelde hem hoe mooi en sterk ik die naam vind. Door zijn naam en wat die voor hem in zijn leven betekent, raakten we in een geanimeerd gesprek. Hij had weinig woorden nodig om zijn huidige levensverhaal te schetsen. Aangrijpend.

Op een gegeven moment vroeg hij mij waarom ik daar met hem en de anderen in de kapel aanwezig was. Mijn oprechte reactie daarop was dat ik niet wens weg te kijken van mensen die het moeilijk hebben. Dat leverde een spontane ‘high five’ op. Een mooi moment was dat. Ik werd er helemaal blij van. Ook hij glom.

Ook in RespijtHuis gaan wij Knorretjes’ theorie in praktijk brengen. We zullen niet de problemen van de bezoekers gaan oplossen, dat kan niet en dat hoeft ook niet. Maar we zullen er zijn om te luisteren en aandacht te geven. Zodra we een pand vinden, starten we ermee.