RespijtHuis HouseMartin

Vooral rust, even niks

'Vooral rust, gewoon een dag binnen blijven'

Het is koud. De vorstperiode is begonnen . Gisteren was er ook al nachtvorst. Het voelde flink koud maar ik zag het vooral aan de tomatenplanten. Tomaten hebben een hekel aan vorst. Hun blaadjes verschieten van kleur en krullen op. Dus vanmorgen heb ik maar alle tomaten geoogst. Een groot aantal zijn nog groen. In de vensterbank liggen ze nu in de warmte van de centrale verwarming op kleur te komen. Een appeltje en een banaan op de schaal zullen hen helpen om blozende wangetjes te krijgen.

En ja, het is koud. Het is zo’n dag waarop je vlug naar huis fietst, naar de warmte toe. Vreugdevol is het geluid van de sleutel die de voordeur ontsluit. Niets is fijner dan wanneer je thuis komt je handen in warm water te wassen. Met de zeepsopresten spoelt de buitenwereld de wasbak in. En dan, een heerlijk kopje geurige muntthee. Gelukzaligheid zit vaak in kleine dingen.

Maar dan, als je geen vast adres hebt, is er ook geen sprake van een voordeursleutel en zijn dat warme stromende water en die zeep echt niet vanzelfsprekend, om van het theezetten maar te zwijgen.

Laatst hoorde ik een dakloze vertellen dat hij het gebrek aan een ‘privaat’ als het grootste probleem zag van zijn nomadenbestaan. In de eerste instantie was ik verrast door het ouderwetse taalgebruik: een privaat. Daarna overzag ik het probleem. Hoe vaak maak je er per dag geen gebruik van het privaat? Hoe los je dat op zonder eigen plek? Vooral voor een dakloze vrouw moet het probleem gigantisch zijn. Hoe zit het überhaupt met persoonlijke hygiëne? Er zijn in Den Haag enkele plekken waar daklozen even een douche kunnen nemen. Ook het draaien van een een wasje is daar mogelijk. Wat de voorwaarden zijn om gebruik te mogen maken van deze voorzieningen is een onderzoekje waard. Want wat zijn de kosten? En wat dan als je helemaal geen geld hebt?

Als ik mij de bezoekers van de vrijdagmaaltijd bij het Straatpastoraat voor de geest haal, dan verbaas ik mij eigenlijk hoe netjes men er uitziet, spijts het gebrek aan de meest elementaire voorzieningen voor persoonlijke hygiëne.

De vanzelfsprekendheid van sommige zaken in een zorgeloos bestaan komen in een ander daglicht te staan als je dakloos bent. De dakloze is een pure overlever,  een ‘survivor’. Je staat er amper bij stil.

Dat blijkt ook uit het resultaat van het onderzoek van studenten Participatieve Gezondheidszorg. Vijf jongeren gingen met dak- en thuislozen in gesprek bij het Straatpastoraat (https://www.straatpastoraatdenhaag.nl) en bij het Aandachtcentrum (https://aandachtscentrumdenhaag.nl). In het kader van het ThuisHuis Housemartin in oprichting inventariseerden zij wat de wensen van de doelgroep zijn bij ziekte. De wensen liepen uiteen van “vooral rust, even niks en gewoon een dag binnen blijven’ tot een gesprekje aangaan met iemand, een praatje maken.

Eigenlijk wilt men – net zoals elk mens – gezien worden, meetellen. Deze aandacht is net als warm water voor persoonlijke hygiëne een elementaire levensbehoefte. In  de plannen voor de huiskamer van Housemartin worden ook doucheruimtes voorzien. Zorgen voor de essentialia.

[NB: Ik wil graag Freek, Stijn, Jesper, Myrna en Iris bedanken voor hun onderzoek. Ook de medewerkers van het Straatpastoraat en het Aandachtcentrum dank ik voor hun hulp.]

 

Vooral rust, even niks Meer lezen »

Zij maken verschil

Zij maken het verschil

Een tijdje terug stond ik als gastvrouw bij de poort bij het Stadsklooster. Elke week wordt op die locatie door het Straatpastoraat een maaltijd aangeboden aan 120 dak- of thuislozen. Toen ik daar zo stond te genieten van de zon, kwam er een rood brommertje aangereden met daarop een koppel. Ik had hen nog nooit ontmoet. Ik ging naar hen toe om hen welkom te heten.

Bij het Straatpastoraat krijgt elke bezoeker een warm  welkom. Al bij het hek zorgen de poortwachters dat de bezoekers gezien worden. Een hand geven en een praatje maken is dan ook standaard. Daarna wordt iedereen verwelkomt door de drie straatpastores. Vele handen worden er dus geschud. Niemand wordt overgeslagen. Het effect van deze benadering is dat er elke week weer een groot familiegevoel ontstaat. Telkens geweldig om dat te ervaren.

Maar terug naar het stel. Het bleek dat ze voor het eerst bij het Straatpastoraat kwamen.  Eten wilden ze niet. ‘We komen voor Klaas Kofferman, de straatpastor,’ sprak de man. ‘We hadden net telefonisch contact met hem en hij vroeg ons om even langs te komen. We zijn net dakloos geworden en ons kind is uit huis geplaatst. Maar,’ zo voegde hij er hoopvol aan toe,’ maandag krijgen we een uitkering en kunnen we weer op zoek naar een huis.’ Het was duidelijk dat beiden nog moeite hadden met hun nieuwe realiteit. De ontreddering was in hun ogen te lezen. Ook bij mij kwam hun boodschap binnen als een schok.

Samen gingen we op zoek naar de pastor. Het effect van het gesprek met hem  was zichtbaar: stralend en vol vertrouwen in de toekomst reden ze weer weg op hun  rode brommertje. De pastor maakte een verschil.

In het kader van het opzetten van het ThuisHuis Housemartin, was ik van plan om in diverse wereldsteden op werkbezoek te gaan naar vergelijkbare initiatieven als Housemartin. Zo ben ik erg benieuwd hoe men  in de Verenigde Staten omgaat met deze kwetsbare groep omdat de overheid daar maar een kleine rol speelt in de opvang. Zo’n reis lijkt mij inspirerend en leerzaam maar ook tijdrovend en vooral kostbaar. Toen kwam de aankondiging van het jaarlijkse symposium voor straatdokters georganiseerd door het Amerikaanse Street Medicine Institute op mijn pad. Die werd begin oktober in Rotterdam georganiseerd. Hoe mooi kan het zijn! Ik schreef mij meteen in.  En wat een goede actie was dat! Vier dagen lang verhalen over hoe er wereldwijd geweldig straatwerk wordt gedaan voor dak- of thuislozen. Hele medische teams gaan op zoek naar zieken op straat.  Ook sociaal en pastoraal werkers zoeken de meest kwetsbaren op in hun habitat: de straat. Op het symposium wisselden Success stories en uitdagingen elkaar af.

Om een paar voorbeelden te noemen .

Een groot deel van de doelgroep is verslaafd. Al hun financiële middelen worden ingezet om in hun verslavingsbehoefte te voorzien. Gevolg is dat menig maaltijd wordt overgeslagen hetgeen weer ondervoeding tot gevolg heeft. Ondervoeding zorgt weer voor vatbaarheid voor allerhande ziekten. De vraag ‘wanneer heb je voor het laatst gegeten?’ is dan ook erg zinvol bij een eerste contact.

Een andere mind boggling presentatie kwam uit Canada. Daar wordt de bevolkingsgroep de Enuit, Eskimo’s, systematisch als outcast gezien en als zodanig behandeld.  Door deze bejegening is hun wantrouwen t.a.v. elke hulpverlening groot. Daar komt bij dat deze groep nog sterk geloofd in de kracht van hun eigen traditionele medicatie. Hoe omgaan als met deze tegenstrijdigheden?

Soms is het bieden van een douchemogelijkheid een belangrijk begin van een behandeling zoals een project van street nurses in Brussel laat zien.

Tenslotte werd ook met aansprekende voorbeelden de kracht van het inzetten van gecertificeerde ervaringsdeskundigen belicht (vroegere dak- of thuislozen). Inspirerend.

Eén item kwam bijna bij elke presentatie terug: de noodzaak om bij elke hulpverlening uit te gaan van wat de klant zelf wil.

Kortom de oogst van deze vier dagen was a lot of ‘fruit for thoughts’. Vaak moest ik met dankbaarheid denken aan al die mensen die ver weg maar ook dichtbij in Den Haag, zich dagelijks inzetten voor deze kwetsbare groep. Helden zijn ze. Respect. Ze maken een groot verschil.

Zij maken verschil Meer lezen »