ThuisHuis HouseMartin

‘Gluren’

'Gluren' bij De Buren

Sinds kort werk ik met veel plezier als gastvrouw bij het Aandachtscentrum . Het Aandachtscentrum ligt midden in Den Haag en is een soort laagdrempelige huiskamer voor eenzame mensen.  Veel trouwe vrijwilligers – sommigen werken er al ruim 30 jaar – schenken dagelijks een kopje thee of koffie aan de bezoekers maar vooral geven zij hen onversneden aandacht.

Een groot aantal ‘stamgasten’ zijn bekenden: velen zijn vaste klant bij de dagelijkse soep-bus. Ook komen zij op vrijdagavond naar het Straatpastoraat voor het bijwonen van de gezamenlijk dienst en aansluitende maaltijd. Hoe makkelijk kabbelt het gesprek voort in het Aandachtscentrum. Dat is vaak heel wat lastiger bij het Straatpastoraat, weet ik uit ervaring.

Mijn motivatie om bij het Aandachtscentrum te werken is meerledig. Allereerst zijn er een aantal vacatures. Andere reden is dat ik de doelgroep – de potentiële cliënten van ThuisHuis Housemartin – beter wil leren kennen. Ook krijg ik bij elk gesprek dat ik met hen voer weer meer inzicht welke onderwerpen aanslaan en welke volstrekt taboe zijn. Tenslotte heb ik tijd: zolang het ThuisHuis nog in de opstartfase is en ik wacht op (re)acties van deze en gene omtrent het vinden van een geschikt pand kan ik mij alvast inzetten  voor deze groep.  

Onderdeel van het inwerken in mijn nieuwe baan was het bezoeken van drie inloophuizen – twee van React en een van het Leger des Heils – waar onze bezoekers regelmatig over de vloer komen. Het belang van duidelijke huisregels en het eventueel gecontroleerd afwijken ervan werd duidelijk bij deze huizen. Ik voelde bewondering en dankbaarheid dat deze voorzieningen bestaan. Maar al snel werden deze positieve gevoelens overschaduwd door het besef dat ze in principe alleen bestemd zijn voor daklozen die een daklozenpas hebben. Ook was het opvallend dat ze alle drie erg groot zijn. Het is mij niet helemaal duidelijk hoe dat gaat met de persoonlijke aandacht voor de bezoeker. Voelt hij zich wel gezien en gehoord? Bij het Aandachtcentrum besef ik wat een effect dat heeft op de bezoekers. 

Vanuit het project Housemartin brachten we een bezoek aan het Logeerhuis De Buren  waar we warm werden onthaald. Het Logeerhuis is een plek waar mensen zonder noemenswaardig netwerk even kunnen uitzieken na een operatie. Ook heeft men een aantal respijtplekken. In de kern is het concept van De Buren ongeveer wat wij met Housemartin voor ogen hebben. Alleen onze doelgroep is een beetje anders. Belangrijke opbrengst van dit bezoek is dat we nu weten welke vergunning we nodig hebben.

En nu is het grote aftellen begonnen. Het bezoek naar de notaris staat gepland voor 2 april. Dan wordt  om 15:00 de acte gepasseerd waardoor de stichting HouseMartin in het leven wordt geroepen.  

We zijn erg blij dat we op de valreep ons bestuur voltallig hebben kunnen maken. Peter Verburg die ook elders met veel genoegen het penningmeesterschap bekleedt, komt ook bij ons op de centjes passen. 

Liefdevolle verzorging

Liefdevolle verzorging

Geheel volgens de planning stuurden we in januari de conceptstatuten naar de notaris. We wilden een afspraak maken voor het passeren van de acte. Via de telefoon vroeg de notaris ons of we ook al een Raad van Toezicht hadden gevormd. Wat bleek, onze manier van formuleren, wekte de indruk dat Housemartin een zorginstelling ging worden.

De eerlijkheid gebiedt te vertellen dat we die mogelijkheid grondig onderzocht hebben. Dit onderzoek deden we vooral om ons bewust te worden van wat we ‘laten liggen’ als we niet kiezen voor het opzetten van een zorginstelling. Immers een aantal van onze potentiele bezoekers zal wel aanspraak kunnen maken op betaalde medische zorg. De vele regels waaraan een dergelijke instelling moet voldoen maar vooral ook de strakke, professionele uitstraling van een dergelijk huis, staan lijnrecht tegenover dat wat we beogen: het opzetten van een tijdelijk thuis waar een dakloze kan herstellen van een griepje, aan kan sterken van het zware leven op straat of bijkomen van een operatie. In Housemartin zal de passant centraal staan, al dan niet verzekerd. Wat we met name bieden is ‘love & tender care’: Florence Nightengale is ons voorbeeld. Dus een comfortabel bed opgemaakt met zongedroogde lakens, een geurend kopje thee of een kruidige bouillon maar vooral veel oprechte aandacht. In het voorkomende geval dat de logee zorg nodig heeft die het opmeten van koorts overstijgt dan helpen we – in samenwerking met de straatdokter of maatschappelijk werk – de bezoeker bij het activeren van uitgebreidere professionele zorg. Het initiatief gaat wel van hem/haar uit.

Er zitten veel haken en ogen aan een zorginstelling. Alleen al financieel gezien: er zijn twee tot vier betaalde, professionele Fte’s nodig en een Raad van Toezicht om maar een paar voorwaarden te noemen. Daar staat tegenover dat een groot aantal van onze bezoekers niet is verzekerd. Daarbij komt ook dat de innige zorg die we nastreven nooit voor vergoeding in aanmerking zal komen. We schatten in dat de vergoedbare zorg verwaarloosbaar zal zijn en uiterst arbeidsintensief om de betaling te verkrijgen.

We zetten met ThuisHuis Housemartin in op een vrijwilligersorganisatie. Wel streven we om op termijn een minimum aan betaalde krachten te werven dit om de continuïteit te waarborgen. Mocht er een behoefte zijn aan de zorgformule van Housemartin dan kunnen we heroverwegen om een zorgvoorziening te worden.

Kortom,  we hebben de initiële concept statuten aangepast. We hopen dat nu de vlag de lading dekt. Contact met de notaris wordt weer gezocht.

Ondertussen onderzoeken we of we de PleisterPlaats al kunnen openen. Daarvoor hebben we contact gelegd met meerdere Haagse initiatieven met de vraag of we tijdelijk – op zondagen – bij hen kunnen bivakkeren. We hebben drie veelbelovende reacties ontvangen. Volgende blog meer hierover.

Helaas gaat het met het vinden van een pand minder voorspoedig. Nog steeds zoeken we  een ruim onderkomen met vier tot zes slaapkamers, met een grote keuken en een dito gemeenschappelijke ruimte plus tuin. Weet u iets, laat het ons dan weten.  De gouden tip wordt beloond met een zeven gangen diner op Scheveningen!

Van het pad af

Loopt u even mee van het pad af?

Recent had ik telefonisch contact met een reporter van KRO-NCRV. Ze wilde meer weten over het project ‘jassen en mutsen voor daklozen’ dat ik momenteel – in samenwerking met broeder Frans uit het Stadsklooster Westeinde – organiseer. Ze was ook nieuwsgierig naar project Housemartin.

Na enige toelichting over onze plannen en onze zoektocht naar een geschikt pand, vroeg ik haar of ze interesse heeft om dit project onder de aandacht van haar luisteraars te brengen. ‘Dit ligt meer op de weg van de lokale pers’, zo stelde zij. Nou daar ben ik het niet mee eens, project Housemartin verdient meer dan alleen lokale aandacht, ik kom daar zo nog even op terug. Als je maar voldoende creatief denkt, krijg je vaak verrassende uitkomsten.

 Mijn voornemen voor 2019 is dan ook om zo veel mogelijk de geijkte paden te vermijden. Een ludieke actie rond het vinden van een pand is een goede start.

Een geweldig voorbeeld van creatief denken laat de milieuactivist  Boyan Slat (Delft, 1994) zien. Hij vond een constructie uit die in staat is om in de oceanen plastic afval op te ruimen. Toen men eenmaal de toegevoegde waarde van zijn uitvinding inzag, stroomde via crowdfundinghet geld binnen. Vijf maanden geleden begon hij met zijn eerste schoonmaak actie. Een inspirerend voorbeeld!

Vrees niet, ik ga u geen geld vragen. Niet nu althans. Mijn vraag aan u is meer basaal: mag ik aanspraak maken op uw digitaal netwerk? Want stel: u zet dit bericht – waarin de zoekopdracht naar een onderkomen voor Housemartin centraal staat – door in uw netwerk. Stel: U heeft gemiddeld vijfhonderd contacten, die hebben allen evenveel contacten en die hebben ook weer ‘tig’ contacten…  Het Droste effect in optima forma, zal ik maar zeggen. Rekenen is niet mijn sterkste kant maar zelfs ik doorzie de impact van een dergelijke actie. Hoe meer mensen horen van onze zoektocht hoe groter de kans is dat het iets oplevert.

En dan het lokale/nationale aspect van het inzetten van een netwerk. Ik ben er nog niet zo van overtuigd dat iemand per se in Den Haag moet wonen om ook voor deze stad wat te doen. Met de impact die sociale media breed hebben, is het denkbaar dat iemand – wonend in een ander werelddeel – leest over onze zoekopdracht. En laat de tante van zijn vrouw nu getrouwd zijn met de oom van een bekend makelaar in Den Haag! En laat die makelaar nu allang in zijn maag zitten met een pand dat hij aan de straatstenen niet kwijt kan. Reken erop dat we tot zaken komen voor die beroemde appel en dat dito ei. Het zou ook zo maar kunnen dat een globetrotter die ergens op de wereld woont, geboren en getogen is in Den Haag. Het kan zijn dat diezelfde persoon nu zo’n heimwee heeft naar Nederland dat hij iets wil terug doen voor zijn stad. Donaties zijn altijd van harte welkom! U ziet het plaatje voor u? Ik reken op uw netwerk, zet dit bericht door!

Wat zoeken we precies!

 Een groot pand – of meerdere aaneengesloten huizen – in Den Haag. Een zestal slaapkamers, voldoende ruimte voor het aanleggen van goede wasgelegenheid, een grote gemeenschappelijke ruimte, een tweetal kantoortjes en – eventueel – een tuin.

Een ideaal pand zou een kleine school zijn, een pastorie, een kantoor of een deel van een ziekenhuis. Ook een kerkgebouw zou in aanmerking kunnen komen. Hoeveel kerken staan er momenteel niet leeg? ThuisHuis Housemartin huisvesten kan er voor zorgen dat het stadsgezicht in tact blijft en dat er niet gesloopt hoeft te worden.

Ik ben zo benieuwd of u een eindje meeloopt met mij! Ik beloof u, ik houd u op de hoogte over het verloop van dit experiment.

Laten we samen 2019 een jaar van buiten de grenzen denken en doen, laten zijn.

2018 versus 2019

2018 nog alleen; 2019 meer samen

Het jaar loopt ten einde. Het grote terugkijken is begonnen. Kranten staan bol van overzicht-lijstjes. Ook wat project Housemartin betreft, is het aardig om even stil te staan bij wat het afgelopen jaar heeft gebracht.

Vorig jaar Kerst was het nog een wikken en wegen op welke zorg te mikken: alleen palliatieve zorg of toch een breder zorgpallet. Het onderzoek ‘Alleen krijg je het niet voor elkaar’van het Kennisplatform Informatie & Samenleving (KIS)* was nog niet afgerond maar telefonisch contact met de onderzoekster deed beseffen dat er een breder zorgaanbod nodig is voor de meest kwetsbaren. Vanuit het Haagse sociale veld kwamen dezelfde signalen.

Ook het definiëren van de doelgroep heeft ons lange tijd beziggehouden. Ten langen leste is besloten om zieke dak- en thuislozen zonder specifieke zorgvraag op het terrein van verslaving of GGZ, ziekenzorg te bieden. Deze doelgroep is mede ingegeven door de conclusies uit onderzoeksrapporten die er sinds eind vorig jaar van verschillende instanties verschenen (zie de literatuurlijst op dit blog). Met name het rapport van de rekenkamer was doorslaggevend. Hun aanbeveling is om voor het welbevinden van de kwetsbare groep van daklozen, te focussen op kleine groeps-specifieke opvang. Hetzelfde rapport resulteerde er ook in dat de demissionaire gemeenteraad een zestiental moties aannam om de leefomstandigheden van deze groep te verbeteren. Wethouder Bert Van Alphen heeft de maatschappelijk opvang in zijn portefeuille. Hij is momenteel voortvarend bezig met het doorvoeren van kleinschalige woonvoorzieningen voor de doelgroep daklozen.

Begin 2018 was de gedachte dus nog om een huis op te zetten toegespitst op palliatieve zorg. Nu is het duidelijk dat Housemartin een huiselijke plek zal zijn waar revalidatiezorg, respijtzorg en ziekenzorg wordt geboden, eventueel tot de laatste adem toeDus alle ziekenzorg die men in principe ook krijgt in een ‘normale’ huiselijke omgeving. De zorg is cultuur sensitief en wordt verleend door vrijwilligers afkomstig uit verschillende culturen. De opname in het huis vereist een doktersvoorschrift en is slechts van korte duur.

Er wordt ook een laagdrempelige inloop voorzien, een soort ‘PleisterPlaats’. Hier kunnen de meest kwetsbaren uit Den Haag naast een kop koffie ook letterlijk een pleister komen halen of preventieve zorg  krijgen.

Studenten van diverse studierichtingen in universiteiten en hogescholen leveren een bijdrage aan het business plan. Gesprekken met de gemeente vinden plaats. Met enkele fondsen zullen komende maanden oriënterende gesprekken worden gehouden. We hebben niet stil gezeten.

Meerdere donateurs hebben aangegeven een bijdrage te willen leveren aan de oprichting van het huis of hebben dat zelfs al gedaan. Een weldoener uit Wassenaar neemt de kosten van de notaris voor zijn rekening. Een Haagse notaris verzorgt de oprichting van de Stichting tegen kostprijs. Hoe mooi kan het zijn?

Vorig jaar Kerst, was het idee nog alleen in mijn hoofd aanwezig. Nu staat een enthousiast bestuur klaar om de kar mee te helpen trekken. Op de achtergrond zijn meerdere ‘stille krachten’ c.q. adviseurs betrokken bij dit project. Ook zij zetten hun kennis en kunde belangeloos in.

Het tij zit mee en toch… een ‘zucht-moment’ is er altijd wel: het vinden van een pand (b)lijkt een hele uitdaging. Wie weet er een leeg pand te huur? Wij denken aan Moerwijk, Morgenstond of een andere multiculturele wijk. Ik blijf vertrouwen op een goede afloop, het gaat beslist lukken.

Begin 2018 was ik alleen, begin 2019 zijn wij met (veel) meer. Via deze blog wil ik dan ook iedereen hartelijk bedanken die in 2018 een bijdrage heeft geleverd aan dit project.

Tenslotte wil ik graag Lijn 1** nog even noemen. Deelname aan hun innovatieprogramma leverde voor het project Housemartin een eervolle vermelding op. Ik ben erg dankbaar voor alles wat ik er heb geleerd, voor de inspirerende bijeenkomsten maar vooral voor de verschillende brainstorm sessies die ik had met de consulenten Bibbi Prummel en Joshua van Rooy. Zij waren een grote hulp in het trechteren van mijn breed-uitwaaierend denken.

*  : KIS klik hier
(KIS is een onderdeel van Verwey Jonker instituut)

** : Lijn 1 klik hier

2018 nog alleen; 2019 meer samen

Vooral rust, even niks

'Vooral rust, gewoon een dag binnen blijven'

Het is koud. De vorstperiode is begonnen . Gisteren was er ook al nachtvorst. Het voelde flink koud maar ik zag het vooral aan de tomatenplanten. Tomaten hebben een hekel aan vorst. Hun blaadjes verschieten van kleur en krullen op. Dus vanmorgen heb ik maar alle tomaten geoogst. Een groot aantal zijn nog groen. In de vensterbank liggen ze nu in de warmte van de centrale verwarming op kleur te komen. Een appeltje en een banaan op de schaal zullen hen helpen om blozende wangetjes te krijgen.

En ja, het is koud. Het is zo’n dag waarop je vlug naar huis fietst, naar de warmte toe. Vreugdevol is het geluid van de sleutel die de voordeur ontsluit. Niets is fijner dan wanneer je thuis komt je handen in warm water te wassen. Met de zeepsopresten spoelt de buitenwereld de wasbak in. En dan, een heerlijk kopje geurige muntthee. Gelukzaligheid zit vaak in kleine dingen.

Maar dan, als je geen vast adres hebt, is er ook geen sprake van een voordeursleutel en zijn dat warme stromende water en die zeep echt niet vanzelfsprekend, om van het theezetten maar te zwijgen.

Laatst hoorde ik een dakloze vertellen dat hij het gebrek aan een ‘privaat’ als het grootste probleem zag van zijn nomadenbestaan. In de eerste instantie was ik verrast door het ouderwetse taalgebruik: een privaat. Daarna overzag ik het probleem. Hoe vaak maak je er per dag geen gebruik van het privaat? Hoe los je dat op zonder eigen plek? Vooral voor een dakloze vrouw moet het probleem gigantisch zijn. Hoe zit het überhaupt met persoonlijke hygiëne? Er zijn in Den Haag enkele plekken waar daklozen even een douche kunnen nemen. Ook het draaien van een een wasje is daar mogelijk. Wat de voorwaarden zijn om gebruik te mogen maken van deze voorzieningen is een onderzoekje waard. Want wat zijn de kosten? En wat dan als je helemaal geen geld hebt?

Als ik mij de bezoekers van de vrijdagmaaltijd bij het Straatpastoraat voor de geest haal, dan verbaas ik mij eigenlijk hoe netjes men er uitziet, spijts het gebrek aan de meest elementaire voorzieningen voor persoonlijke hygiëne.

De vanzelfsprekendheid van sommige zaken in een zorgeloos bestaan komen in een ander daglicht te staan als je dakloos bent. De dakloze is een pure overlever,  een ‘survivor’. Je staat er amper bij stil.

Dat blijkt ook uit het resultaat van het onderzoek van studenten Participatieve Gezondheidszorg. Vijf jongeren gingen met dak- en thuislozen in gesprek bij het Straatpastoraat (https://www.straatpastoraatdenhaag.nl) en bij het Aandachtcentrum (https://aandachtscentrumdenhaag.nl). In het kader van het ThuisHuis Housemartin in oprichting inventariseerden zij wat de wensen van de doelgroep zijn bij ziekte. De wensen liepen uiteen van “vooral rust, even niks en gewoon een dag binnen blijven’ tot een gesprekje aangaan met iemand, een praatje maken.

Eigenlijk wilt men – net zoals elk mens – gezien worden, meetellen. Deze aandacht is net als warm water voor persoonlijke hygiëne een elementaire levensbehoefte. In  de plannen voor de huiskamer van Housemartin worden ook doucheruimtes voorzien. Zorgen voor de essentialia.

[NB: Ik wil graag Freek, Stijn, Jesper, Myrna en Iris bedanken voor hun onderzoek. Ook de medewerkers van het Straatpastoraat en het Aandachtcentrum dank ik voor hun hulp.]

 

Zij maken verschil

Zij maken het verschil

Een tijdje terug stond ik als gastvrouw bij de poort bij het Stadsklooster. Elke week wordt op die locatie door het Straatpastoraat een maaltijd aangeboden aan 120 dak- of thuislozen. Toen ik daar zo stond te genieten van de zon, kwam er een rood brommertje aangereden met daarop een koppel. Ik had hen nog nooit ontmoet. Ik ging naar hen toe om hen welkom te heten.

Bij het Straatpastoraat krijgt elke bezoeker een warm  welkom. Al bij het hek zorgen de poortwachters dat de bezoekers gezien worden. Een hand geven en een praatje maken is dan ook standaard. Daarna wordt iedereen verwelkomt door de drie straatpastores. Vele handen worden er dus geschud. Niemand wordt overgeslagen. Het effect van deze benadering is dat er elke week weer een groot familiegevoel ontstaat. Telkens geweldig om dat te ervaren.

Maar terug naar het stel. Het bleek dat ze voor het eerst bij het Straatpastoraat kwamen.  Eten wilden ze niet. ‘We komen voor Klaas Kofferman, de straatpastor,’ sprak de man. ‘We hadden net telefonisch contact met hem en hij vroeg ons om even langs te komen. We zijn net dakloos geworden en ons kind is uit huis geplaatst. Maar,’ zo voegde hij er hoopvol aan toe,’ maandag krijgen we een uitkering en kunnen we weer op zoek naar een huis.’ Het was duidelijk dat beiden nog moeite hadden met hun nieuwe realiteit. De ontreddering was in hun ogen te lezen. Ook bij mij kwam hun boodschap binnen als een schok.

Samen gingen we op zoek naar de pastor. Het effect van het gesprek met hem  was zichtbaar: stralend en vol vertrouwen in de toekomst reden ze weer weg op hun  rode brommertje. De pastor maakte een verschil.

In het kader van het opzetten van het ThuisHuis Housemartin, was ik van plan om in diverse wereldsteden op werkbezoek te gaan naar vergelijkbare initiatieven als Housemartin. Zo ben ik erg benieuwd hoe men  in de Verenigde Staten omgaat met deze kwetsbare groep omdat de overheid daar maar een kleine rol speelt in de opvang. Zo’n reis lijkt mij inspirerend en leerzaam maar ook tijdrovend en vooral kostbaar. Toen kwam de aankondiging van het jaarlijkse symposium voor straatdokters georganiseerd door het Amerikaanse Street Medicine Institute op mijn pad. Die werd begin oktober in Rotterdam georganiseerd. Hoe mooi kan het zijn! Ik schreef mij meteen in.  En wat een goede actie was dat! Vier dagen lang verhalen over hoe er wereldwijd geweldig straatwerk wordt gedaan voor dak- of thuislozen. Hele medische teams gaan op zoek naar zieken op straat.  Ook sociaal en pastoraal werkers zoeken de meest kwetsbaren op in hun habitat: de straat. Op het symposium wisselden Success stories en uitdagingen elkaar af.

Om een paar voorbeelden te noemen .

Een groot deel van de doelgroep is verslaafd. Al hun financiële middelen worden ingezet om in hun verslavingsbehoefte te voorzien. Gevolg is dat menig maaltijd wordt overgeslagen hetgeen weer ondervoeding tot gevolg heeft. Ondervoeding zorgt weer voor vatbaarheid voor allerhande ziekten. De vraag ‘wanneer heb je voor het laatst gegeten?’ is dan ook erg zinvol bij een eerste contact.

Een andere mind boggling presentatie kwam uit Canada. Daar wordt de bevolkingsgroep de Enuit, Eskimo’s, systematisch als outcast gezien en als zodanig behandeld.  Door deze bejegening is hun wantrouwen t.a.v. elke hulpverlening groot. Daar komt bij dat deze groep nog sterk geloofd in de kracht van hun eigen traditionele medicatie. Hoe omgaan als met deze tegenstrijdigheden?

Soms is het bieden van een douchemogelijkheid een belangrijk begin van een behandeling zoals een project van street nurses in Brussel laat zien.

Tenslotte werd ook met aansprekende voorbeelden de kracht van het inzetten van gecertificeerde ervaringsdeskundigen belicht (vroegere dak- of thuislozen). Inspirerend.

Eén item kwam bijna bij elke presentatie terug: de noodzaak om bij elke hulpverlening uit te gaan van wat de klant zelf wil.

Kortom de oogst van deze vier dagen was a lot of ‘fruit for thoughts’. Vaak moest ik met dankbaarheid denken aan al die mensen die ver weg maar ook dichtbij in Den Haag, zich dagelijks inzetten voor deze kwetsbare groep. Helden zijn ze. Respect. Ze maken een groot verschil.

‘Kip en ei’

'Kip en ei' - pro deo notaris gezocht

Tijdens de zomer heb ik tijd genomen om zaken op een rijtje te zetten. Bij het uittrekken van onkruid in de moestuin, overdacht ik de geschikte kandidaten voor het te vormen bestuur van stichting Housemartin. Een rij droomkandidaten vormde zich in mijn hoofd. 

Hoe uitgelaten van vreugde was ik dan ook, toen het telefoontje naar de kandidaat-penningmeester positief uitpakte. Het doet mij veel plezier dat Ted Zwietering heeft ingestemd om penningmeester van de op te richten stichting te worden. Ted is bouwkundig ingenieur en was vele jaren werkzaam als manager in de gemeente Den Haag. Zijn bouwkundige kennis zal van pas komen om te adviseren hoe het onderkomen voor Housemartin aan te passen aan haar doel.

Ook een ervaren secretaris heeft zich gemeld. De motivatie-mail die Carola Kruijswijk mij stuurde, kwam rechtstreeks uit haar hart en binnen in de mijne. Ik was meteen ‘om’ nog voordat ik haar had gesproken. Carola is zingevingsconsulent en ritueelbegeleider. Bovendien werkte zij zeven jaar als vrijwilliger in een Haags hospice. Tenslotte brengt ze ook relevante ervaring mee als secretaris. Kortom, nu het dagelijks bestuur is gevonden – voorlopig neem ik zelf de taak van voorzitter voor mijn rekening – kunnen we naar de notaris. Belangrijke puzzelstukjes zijn gelegd.

Zeer content ben ik dat afgelopen week ook Mala Wallage toegestemd heeft om zitting te nemen in het bestuur. Mala is wijkverpleegkundige. Haar expertise zal van groot belang zijn voor het op te richten huis. Zij zal ons leiden door het zorg-woud als we door te veel bomen het bos niet meer zien.

Ondertussen gaat de zoektocht door naar nog een laatste bestuurslid. Een van de benaderde kandidaten moest helaas mijn aanbod afslaan. Het gevaar van een mogelijke toekomstige belangenverstrengeling deed hem afzien van een bestuursfunctie. Een ander aspirant bestuurslid is momenteel mantelzorger naast een drukke baan. Zij wikt en weegt nog.

Verder zijn er ook al een aantal mensen benaderd om adviseur of ambassadeur van dit project te worden. In een volgende blog meer hierover.

Eerst maar een andere uitdaging ‘tackelen’. Zolang we geen stichting zijn, kunnen we fondsen niet aanschrijven voor een financiële bijdrage. Maar zonder geld kunnen we geen stichting opzetten. Een typisch ‘kip en ei’ verhaal. Daarom doe ik dan ook graag de volgende oproep: welke notaris zou haar/zijn tijd en expertise willen doneren om stichting Housemartin tegen kostprijs te laten ontstaan? Als die notaris dan ook de stichtingsacte zou willen passeren op zondag 11 november – Sint Maartin – dan zou dat helemaal geweldig zijn. Sint Maartin is de heilige die de helft van zijn mantel aan een bedelaar gaf.

Uiteraard wordt het op erg op prijs gesteld, lezer, wanneer u deze oproep in uw netwerk uitzet. Ik geloof in wonderen. Ik ben benieuwd.

Het plan van aanpak vordert. Het financiële deel – niet echt mijn expertise – zal binnenkort in samenspraak met de penningmeester worden opgemaakt.

Tenslotte ben ik ook heel content met het onderzoek waarmee studenten van de Haagse Hogeschool  voor hun minor Participatieve Gezondheidszorg bezig zijn. Ze gaan met dak- en thuislozen in gesprek om te inventariseren wat de zorgwensen van de doelgroep zelf zijn. Deze wensen zullen het uitgangspunt vormen bij het reilen en zeilen in Housemartin.

Moodboad

'Moodboard' HouseMartin

Het geheim van visualisatie – een hulpmiddel voor creatief denken – is om daadwerkelijk beelddetails te visualiseren. Je droom zo realistisch mogelijk voor de geest halen, helpt je om je doel te bereiken. Je ziet het concept voor je alsof je er al bent. Die concrete details leveren energie, kracht en doorzettingsvermogen om je wens te laten uitkomen. Dit is een interpretatie van een aansprekende gedachte van de vredesactivist Sri M.

De opdracht voor de augustus-bijeenkomst van Lijn1 is het samenstellen van een ‘moodboard’ over ons project. In een ‘moodboard’ geeft je je idee weer via een sfeertekening. Deze opdracht samen met de woorden van Sri M. hebben geresulteerd in de foto van deze maand. 

Stelt u zich een straatbankje voor; op die bank ligt een persoon gewikkeld in een mantel. Slaapt hij of ligt hij gewoon te mijmeren? In Antwerpen in de Kammenstraat, een doodlopende straat overigens, loop je tegen dit beeld in brons[2]aan. Men kijkt niet echt op van dit ontroerende, levensechte kunstwerk. Het past helemaal in het straatbeeld. Hoe vaak komt het niet voor dat een dakloze persoon even een tukje doet op een bank, even uitrust. Immers de straat is zijn huis.

Uitgangspunt van mijn ‘moodboard’ is dit bronzen beeld geprojecteerd op een vlinderstruik in bloei. Een vlinderstruik in bloei trekt talrijke insecten aan – vooral vlinders – die zich komen laven aan nectar. De struik symboliseert dan ook Housemartin. Het (t)huis waar daklozen – bij ziekte – even kunnen bijkomen of aansterken. De kleurrijke vlinders die in een cirkel rond het beeld staan afgebeeld, symboliseren de vrijwilligers van verschillende culturele achtergronden die zich eendrachtig  inzetten om de zieke bezoekers te verzorgen.  In Housemartin is cultuur-sensitieve zorg vanzelfsprekend.

Het kost mij persoonlijk geen enkele moeite om mij deze plek voor te stellen. Het wordt een huis waar rust, ruimte en reinheid geboden wordt door liefdevolle verzorging van mensen die verheugd zijn dat ze iets voor hun medemens mogen doen.

Maar, voordat het thuishuis haar deuren opent, moeten er eerst een flink aantal hordes worden genomen. Dat begint met het vinden van een geschikt pand. Het pand moet niet te groot zijn: een huiselijke uitstraling is belangrijk. Toch moeten de kamers ruim genoeg zijn voor verzorging en om bezoek te ontvangen. Een – liefst grote  – tuin is een pre. De herstellende bezoekers kunnen dan eventueel geactiveerd worden om te tuinieren. Stress vloeit weg door met de handen in de aarde te werken.

Een andere uitdaging is het vinden van een adequaat bestuur. De bestuursleden moeten een juiste balans hebben van kennis en kunde, van hoofd en hart. Avontuur moet hen niet afschrikken want het pad naar de oprichting van Housemartin loopt ongetwijfeld over hoge bergen en door diepe dalen. Stevige wandelschoenen zijn vereist. De persoon die de voorzittershamer zal hanteren, is aanwezig. Binnenkort is een kennismakingsgesprek met een eventuele secretaris. Nu nog een ervaren penningmeester.  Ik visualiseer hem/haar. Komt goed dus. 

Zodra de penningmeester is gevonden, kan Stichting Housemartin worden opgericht.

De volgende logische stap is dan het overtuigen van fondsen en particulieren om een financiële bijdrage te leveren aan dit project. De zak met geld op het ‘moodboard’ spreekt boekdelen in deze context.

Tenslotte staan de dobbelstenen voor ‘mazzel’. In een onderneming als deze kan je alle mazzel gebruiken. Telkens weer ben ik blij verrast hoe het kan verkeren. Zo kwam ik afgelopen week via-via in contact met een docent van de vakgroep Participatieve Gezondheidszorg van de Haagse Hogeschool. Zij zoekt voor haar studenten relevante onderzoeksvragen: de kans is nu groot dat studenten gaan inventariseren bij de beoogde doelgroep wat hun zorgwensen zijn. In een later stadium gaat men ook onderzoeken wat de stervensrituelen zijn in de verschillende culturen. Wordt vervolgd.

[1]De uit India afkomstige Sri M. is een soort moderne Gandhi en initiator van de Walk of Hope. Sri M. is in de week van 20 tot 28 september in Nederland. Samen met naar verwachting 1500 Haagse scholieren loopt hij mee in een Haagse Walk of Hope.  Zie eventueel voor meer info naar http://Europe.walkofhope.in.

[2]Het beeld heet ‘Homeless Jezus’ en is van de hand van de Canadese kunstenaar Timothy P. Schmalz.